Koper

koper Na een maand slopen waren we twee tien kuub containers aan vuil verder. Het hadden er veel meer kunnen zijn. Ik maakte tussendoor de nodige ritjes naar het milieuplein en voor de dertig jaar oude keuken had ik een nieuwe eigenaar kunnen vinden. ‘Gratis af te halen bij eigen demontage’ vermelde de oproep op Marktplaats. Meneer Kanu uit Den Haag had weliswaar eigen gereedschap meegebracht, maar keek naar zijn accuboormachine alsof hij deze voor het eerst in zijn leven zag. Ook van zijn vrouw in traditionele Ghanese kleding hoefde ik weinig te verwachten. Zij verzamelde losse schroefjes en stond als een regelneef langzij wanneer haar man en ik de keukenkastjes in hun bus tilden.

Nee, dan het oud ijzer. Even probeerde ik de verwarming van de begane grond als ‘Antieke radiatoren met gratis bevestigingsset’ aan te prijzen. De prijs van oud ijzer bleek niet op te wegen tegen de noodzakelijke rit. Ik bleef met mijn onverkochte waar zitten. Dit veranderde toen ik het gratis aanbood. Binnen een minuut werd ik gebeld, door Ron. Ik kon toen niet bevroeden dan Ron onze oud ijzerman zou worden. Behalve de vier radiatoren van beneden, volgden nog elf vergelijkbare bakbeesten. Daarnaast nam Ron de oude cv-ketel, kranen en gordijnrails van ons mee. Ron maakte met zijn oplettende oog en enorme handen ook duidelijk dat de aanzienlijke hoeveelheid koper in ons huis waardevol zou zijn: ‘Dat moest je zelf maar wegbrengen.’

Toen ik er op een dag alleen voor stond was Ron de beroerdste niet. Samen tilden we radiatoren van de bovenste etages naar de enorme aanhanger achter zijn enorme auto. En toen op een dag onze haakse slijper de geest gaf, mocht ik de grotere variant van Ron lenen. Twee weken later kwam hij bergen aan leidingwerk ophalen om naar de schroot af te voeren. Twee weken later, want tussendoor ging hij een week naar de Turkse zon. De oud ijzerprijs bleek minder slecht dan verwacht.

Nadat het laatste oud ijzer in de aanhanger lag en Ron de straat uit reed, liep ik een ronde door het huis. Van het pas gekochte pand was weinig over. Kale bakstenen, balken en vloerdelen. Alles bedekt onder een dikke laag stof. Over een week zou de aannemer het overnemen, dacht ik terwijl ik de puinzakken vol koper naar de auto tilde.

Aan de overkant van het gemeentelijke milieuplein zou het moeten zijn, de schroot. Achter de poort reden shovels en busjes met aanhangers. Ook zwaaide een kraan met een enorme magneet platen metaal van de ene naar de andere zijde van het terrein. Langs de auto liep een man al trekkebenend met een pitbull aan zijn zijde. Iemand gebaarde mij richting weegbrug. Vervolgens stond ik er alleen voor. Ik schoot maar iemand aan. ‘Ben je al gewogen?’, vroeg de vierkante man met tatoeages en oorbel. Ik knikte en vertelde over mijn bescheiden partij koper. ‘Dat doe je niet handig, vriend’, brieste hij. ‘Je had beter een kruiwagen kennen pakken.’ Hij dirigeerde mij richting loods.

‘Ben je aan het verbouwen ofzo?’, vroeg een man met rafelige pet. Zijn ogen waren bloeddoorlopen, de huid gerimpeld, aan zijn bovenlip hing een sjekkie. Ik bevestigde. Dat mijn kleding stoffig was en vol gaten zat hielp niet. Voor hem was ik geen sloper. ‘En je geeft het koper niet eens aan de slopers?’ schreeuwde hij verontwaardigd. Ik stond even perplex, maar wist mij te herstellen: ‘Ik heb zelf gesloopt.’ Hij geloofde mij niet en had zich al omgedraaid.

Nadat ik al het koper had uitgeladen bleek dat ik mij eerst had moeten melden. Op het gevaar af dat straks mijn kostbare lading verdwenen zou zijn, melde ik mij in het kantoor. Aan de balie werd net de meneer met rafelige pet geholpen. Hij beet mij toe dat ik buiten moest wachten. In deze omgeving gaat je kop eraf als je niet terugbijt, dacht ik. ‘Waar staat dat dan, vriend?’ siste ik stoer, maar met slappe knieën stapte ik naar binnen. Eenmaal beneden stond míjn koper er nog en deze werd onder míjn toeziend oog gewogen, maar ík wilde zo snel mogelijk weg hier.

Het betrof uiteindelijk een meer dan een aardig bedrag, maar een volgende keer vraag ik Ron het wel weg te brengen. Of ik geef het aan de slopers.