Tel je zegeningen

ams_graff_24

Bron: whisper.noidandtea.com

 

Ik zat vanochtend met je zus in bad. Ze is net twee en een half jaar oud. Op haar lelieblanke huid zag ik haar eerste moedervlekje. Achterop haar rechterkuit, net boven de enkel. Een donkerbruine speldenknop, alsof die daar altijd heeft gezeten. Het misstaat haar allerminst.

Ze is een grappige zus moet je weten. Heeft het over ‘gappepaaien’ als het om papegaaien gaat, spreekt van ‘schoodbappen’ als er boodschappen gedaan moeten worden en speelt graag alsof ze in de ijssalon werkt. Ze stapelt dan alle kussens van bed of bank om zich heen en vraagt een keer of dertig ‘ijsje, welk?’. Daarmee bedoelt ze je te vragen welke smaak je voorkeur heeft. Als je het haar zou vragen, zou ze aardbei kiezen. Ook in de beste ijssalon met het meest uitgebreide kiest ze voor aardbei. In tegenstelling tot anderen heeft ze geen last van keuzestress. Aardbeienijs is lekker dus waarom zou je daarvan afwijken?

Ik heb vanochtend, nadat we dus in bad waren geweest, een stuk of drieëntwintig ijsjes bij haar besteld. Ik koos de meeste keren voor chocola (‘sjokkela’), meloen (‘nenoen’) en, om haar te plezieren, aardbei (gewoon ‘aardbei’). Minstens de helft heb ik moeten afrekenen (‘centje’), de rest niet. Die waren van het huis.

Zij denkt overigens dat jij een jongetje bent. In een van haar boekjes handelt een verhaal over een zusje dat niet naar school wil gaan, omdat het daar stom zou zijn. Het zusje heet Lola. Jouw zus denkt dus dat jij een jongetje wordt en dat je Lola gaat heten. Als je later naar school gaat, weet ik in dat geval zeker dat het daar stom gaat worden. Je zou namelijk gepest gaan worden, want welke jongen heet er nu Lola?

Ik weet zelf overigens dat je een meisje bent. Niet omdat de echoscopiste mij dat heeft verteld. Je moeder en ik hebben haar juist verteld jouw geslacht niet te willen weten. Dus zij vertelde op het juiste moment tijdens de echo’s weg te kijken. Ik weet het omdat je moeder na een lange zomervakantie weer begonnen is met werken. De moeder van een van de leerlingen op haar school doet aan handopleggingen bij zwangeren. Met de palm op de buik van je moeder, vlak boven jouw hoofd dus, constateerde ze dat we opnieuw te maken hebben met een jongedame. Nog nooit heeft ze het fout gehad is haar claim, maar mensen zeggen zoveel, de waarzeggers voorop.

Goed, je bent dus een meisje, je hebt een grappig zusje en je moeder gaat om met paranormalen. Dan ik nog, ik ben je vader. Ik schrijf het liefste de hele dag stukjes. Ware het niet dat daar geen droog brood mee te verdienen valt. Voor dat schrijven heb ik de afgelopen maanden nauwelijks tijd gemaakt. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik het ook druk had met het bekijken van het Europees Kampioenschap voetbal, waar Nederland niet eens aan meedeed, de Olympische Spelen, waar alle Nederlandse favorieten tweede werden of van de rekstok stuiterden, en de opening van het nieuwe, elfde seizoen van Boer zoekt Vrouw, opnieuw een internationale editie.

Vlak voor jij in het embryonale stadium verkeerde gingen er bommen af in Brussel. Ik liep met je zus door het park. Het was een zonnige dag in maart, een dinsdag. Op dat soort dagen ligt het tempo laag, bezoeken we het station om treinen te bekijken of eten een gebakken visje bij de kraam op de hoek. Ik las via de WhatsApp-groep met vrienden, waar er een van in Brussel woont, dat het foute boel was. Terwijl je zus op mijn schouders zat liepen we met een broodzak op de eendjes af. Ik kon wel janken over het plotselinge contrast. Tegelijkertijd voelde ik mij hypocriet, omdat ellende verder dan België mij met moeite doet bewegen.

Nog meer schrok ik van mijn sensatiezucht op dat moment. Ik had zin, toen ik eenmaal bij de viskraam zat, te informeren of ‘men het al wist van Brussel’. Het vet stond op te warmen, een van de vaste gasten las zijn krantje. Het was overduidelijk dat men hier nog in onwetendheid verkeerde. Ik besloot mijn woorden voor me te houden en at zwijgzaam met je zus een visje.

Ik kon de bommen niet gemakkelijk loslaten. Wat gek genoeg hielp was dat in die dagen onder het viaduct van de snelweg een prachtige graffiti ontstond. Van de ene op de andere dag was de dwarsligger voor vier rijbanen wit geschilderd. De volgende ochtend was de achtergrond donkerrood. De dag erna stond in vette zwarte contouren ‘count your blessings’. In de dagen die volgden werden de letters ingekleurd. Een verfijnd verloop van felgeel via wit en donkergeel terug naar felgeel. Elke ochtend zag ik verfspullen en spuitbussen keurig onderaan het werkstuk in een emmer staan. Alsof de kunstenaar vlak voor de ochtendspits zijn werk afrondde, met zijn gezin van het ontbijt genoot en daarna met broodtrommel onder snelbinders richting ‘day job’ zou vertrekken.

Na een doorregende zomer en een hittegolf die tot eind september duurde heb ik net met je zus en moeder de eerste herfstwandeling gemaakt. We hadden ernaar uitgekeken. Wekenlang was het overdag rond de dertig graden, daarna de broeierige avonden. Niets voor mij. En toch, tijdens mijn avondlijke rondjes hardlopen zag ik het leven op straat. Mensen die hun planten water gaven, een lome wandeling door het park maakten of de ramen boven openden zodat hun huizen nog even lekker door konden tochten. De stad is misschien wel op haar mooist op dit soort momenten.

Nog even over vanochtend: na het bad en het ijssalon-theater wilde je zusje met mij trouwen. Ik kon over de beperkingen van het Burgerlijk Wetboek beginnen, maar besloot mee te spelen. Gewikkeld in een handdoek gaf ze mij het ja-woord.

Wat ik bedoel te zeggen: waar je terecht komt is het goed. Er is altijd wat op televisie, de vis is op smaak, er gaan geen bommen af en er is in prettige zin altijd wat te zeiken over het weer. Ook kun je er, zelfs gewikkeld in een handdoek, met je vader trouwen om vervolgens tot in lengte van dagen denkbeeldig ijs verkopen.

Tel je zegeningen.


Nèh

Oprah_Winfrey_Priscilla_Dunstan

Tijdens mijn basisschooljaren droeg ik de achterdeursleutel aan een paars koord om mijn nek. Op onzekere momenten sabbelde ik op het koord. Een sleutelkind was ik. Ik heb er verder niets aan overgehouden. Vaak was er, ondanks de sleutel, ook een oppas als ik thuiskwam. Een kennis van mijn ouders. Ze zette thee, zorgde voor iets lekkers. Ook maande ze mij mijn pianoles voor te bereiden en keek ze naar Oprah.

Oprah Winfrey. In die jaren nog een bescheiden dame die na een moeilijke jeugd haar acteerdebuut maakte in de verfilming van ‘The Color Purple’. Daarna begon ze een talkshow. Nog zonder auto’s, tablets en parfums aan haar publiek uit te delen. En nog zonder een miljard dollar op haar bankrekening te hebben.

Met het klamme paarse koord in mijn nek bekeek ik familieproblemen, vrouwenkwalen en huishoudelijke tips, mijn pianohuiswerk alsmaar uitstellend.

Nu tipte een vriendin, net moeder, ons eens het filmpje ‘Baby language on Oprah’ te bekijken. Met z’n tweeën zien we een babyfluisteraar bloedserieus met Australisch accent vertellen over haar fotografische geheugen en hypersensitiviteit voor geluid. ‘Baby’s praten’ is haar boodschap. Voor Oprah is niets vreemd. Ze kinkt instemmend, maakt joviale opmerkingen.

De Australische onderscheidt vijf mogelijkheden. ‘Nèh’ is honger, ‘hèh’ is hangerig, ‘eh’ is boeren, ‘owh’ is moe en ‘eair’ zijn gasjes. De kunst? Letten op geluiden voordat de hysterie losbarst. De effecten zijn ongelofelijk. Een lokaal vol doodvermoeide moeders zit binnen afzienbare tijd met tevreden, maar bovenal stille kinderen op schoot. Te mooi om waar te zijn. Maar goed, we kijken dan ook naar Oprah.

Als baby zich ’s ochtends meldt, is de wekker niet verder gevorderd dan kwart voor vijf. We verkeren nog in het stadium van de ‘voorhuil’ en determineren een loepzuivere ‘nèh’. Baby heeft honger. Ruim twee uur eerder dan normaal, maar het proberen waard. Aan de borst keert de kalmte rap terug en we kijken elkaar vol ongeloof aan.

Die Oprah toch.

Wanneer we baby terugleggen in de wieg volgt een spoedig protest. Geen ‘voorhuil’ meer, maar direct gekrijs. Moeder zucht diep. Dáár heb ik als pas geworden vader nooit iets over gehoord of gelezen, maar het betekent voor mama een ochtend met oordoppen op de bank en de zorgen even voor papa.

Tot een uur of zeven hoor ik respectievelijk ‘wèh’, ‘woèh’ en vooral ‘bèh’ langskomen. Even denk ik een ‘eh’ te ontwaren en help ik baby bij het boeren. Opnieuw ongelofelijk, maar het mag niet baten. ‘Wiéh’, ‘wáh’ en opnieuw ‘woèh’ voeren daarna de boventoon.

De babyfluisteraar ten spijt, met een sleutelkind als vader beschikt ze waarschijnlijk over een lokaal dialect of is ze gewoon bijzonder.

 

Cover Jongetje Arjen KromDit verhaal verscheen eerder in ‘Jongetje’ (ISBN: 9789402127973). Het boek is onder andere verkrijgbaar via www.bol.com, maar ook (online) te bestellen bij iedere boekhandel à €14,50

Wat ze je vertellen als je vader wordt? Zoveel. Verhalen over hoe ‘mooi’ het is, dat alles ‘klopt’ en dat het ‘hierna’ alleen maar leuker wordt. Die wil men dolgraag bij je kwijt. Maar niemand die je vertelt over fenomenen als een voedingskussen, verlof of de erbarmelijke zoektocht naar de geschikte kinderwagen. Tijd voor een eerlijk tegengeluid. Ook voor moeders!

Een leuk cadeau voor (aanstaande) vaders, maar minstens zo boeiend voor (aanstaande) moeders, ouders of grootouders!


Regelen

stress

Ik realiseer mij op deze zondagavond dat ik na vier heftige dagen morgen gewoon weer aan het werk moet. Er komt overdag weliswaar hulp in huis, maar er is nog een hoop te regelen. Geheel onnodig, in verband met de ophanden zijnde hulptroepen, haal ik eerst maar eens een stofzuiger door het huis en doe boodschappen. Terwijl de dames wennen aan elkaar sorteer ik de was, kook ik en ruim de spullen van ons ziekenhuisbezoek op.

‘Vroeg naar bed’, was de tip die we van velen kregen en daar houden we ons vanavond aan. Rond negen uur gaan we al naar boven. Zo’n eerste nacht met zijn drieën is spannend. Wij in het grote bed, baby ernaast in haar wiegje. Wennen aan elkaar. Zelfs bij de lichtste vorm van geluid schrikken we op. En als we na een tijdje niets meer horen, zitten we recht overeind in bed. Het dekentje op haar buik gaat gelukkig nog op en neer.

Met drie flinke onderbrekingen komen we de nacht door. Heftig, maar heldhaftig doorstaan. Ik maak ontbijt en klim nog even bij de meiden op bed, voordat rond half negen de bel gaat. De kraamhulp. Ik wijs haar het koffiezetapparaat en de trap naar boven. Ik moet nu echt gaan om niet te laat te komen bij het geplande overleg. Dit is dus de drukte waar men het altijd over heeft.

Terwijl ik enigszins vermoeid de vergadering open, bedenk ik mij dat ik vandaag naar de gemeente moet. Omdat baby laat op donderdagmiddag geboren is, is vandaag de derde en laatst mogelijke werkdag waarop ik haar kan aangeven bij de gemeente. ’s Ochtends voldoe ik ietwat gehaast aan mijn verplichtingen om ’s middags naar het gemeentehuis te kunnen gaan.

In de auto check ik snel telefonisch met het thuisfront of alles in orde is. De kraamhulp is inmiddels vertrokken, maar het gaat goed. Via de supermarkt, voor nóg wat boodschappen, parkeer ik in de garage onder het gemeentehuis. Geheel naar moderne maatstaven scan ik mijn paspoort en trek een bonnetje met cijfercombinatie. Het is waanzinnig druk hier voor een maandagmiddag.

Na ruim een half uur ben ik aan de beurt. ‘Normaalgesproken hadden we in een apart zaaltje gezeten, maar het is erg druk’, verontschuldigt de beambte zich. Wat voor de dame achter het loket een routinematige handeling is, is voor mij boven verwachting een bijzonder moment. Mijn dochter bestond al een paar dagen, maar met een burgerservicenummer bestaat ze nu écht.

Via de apotheek snel ik naar huis. Baby slaapt en ook moeder is wel toe aan rust. Ik ruim op waar de kraamhulp niet aan toegekomen is en begin vast met de voorbereidingen voor het avondeten.

Wanneer we een uur later zitten te eten, schiet mij te binnen dat ik baby nog moet aanmelden voor de zorgverzekering. Het callcenter is gelukkig bereikbaar na kantoortijd. Ook hier een wachtrij, maar ik kan het hebben. Met het doorgeven van haar gloednieuwe burgerservicenummer is de maatschappij een verzekerde rijker.

‘De polis komt uw kant op. U hoeft verder niets meer te regelen’, zegt de telefoniste.

Niets meer regelen, ze moest eens weten.

 

Cover Jongetje Arjen KromDit verhaal verscheen eerder in ‘Jongetje’ (ISBN: 9789402127973). Het boek is onder andere verkrijgbaar via www.bol.com, maar ook (online) te bestellen bij iedere boekhandel à €14,50

Wat ze je vertellen als je vader wordt? Zoveel. Verhalen over hoe ‘mooi’ het is, dat alles ‘klopt’ en dat het ‘hierna’ alleen maar leuker wordt. Die wil men dolgraag bij je kwijt. Maar niemand die je vertelt over fenomenen als een voedingskussen, verlof of de erbarmelijke zoektocht naar de geschikte kinderwagen. Tijd voor een eerlijk tegengeluid. Ook voor moeders!

Een leuk cadeau voor (aanstaande) vaders, maar minstens zo boeiend voor (aanstaande) moeders, ouders of grootouders!


Voedingskussen

Voedingskussen

Een goede vriend waarschuwde mij al. ‘Vanaf dag één zijn ze onafscheidelijk.’ Hij doelde op een kussen. En hij doelde op zijn vrouw. Zijn vrouw én een kussen dus.

Voorheen rekende ik in maanden. ‘Wanneer?’, ‘Oh, volgende maand.’ ‘In mei al?’, ‘Nee, in juni.’ Een dergelijke dialoog is tegenwoordig ondenkbaar. Ik leef, denk en droom in weken. ‘Hoeveelste week zit ze nu?’, ‘Week zesentwintig.’

Dat soort gesprekken.

In die zesentwintigste week begint ze inderdaad over een kussen. Op naar de babywinkel. Ze liggen in een bak bij de ingang. Niet te missen. Lange slurven zijn het. Met kleurrijke hoesjes. Bekende stripfiguren erop of in pastelkleurig badstof. Een keuze is snel gemaakt.

‘Hoe ligt het?’, vraag ik wanneer ze zich thuis op de bank heeft geïnstalleerd. Ze is al vertrokken. Gerieflijk ingeklemd tussen rugleuning en damwand van een kussen slaapt ze verloren uren van afgelopen nachten bij. Een voltreffer.

Het gevolg? ’s Avonds lukt het haar maar moeizaam de slaap te vatten. De weldaad van vanmiddag heeft haar misschien te goed gedaan? Wellicht is het gewoon wennen? Voor mij in elk geval wel.

We leerden samen slapen in mijn studentenkamer. Een eenpersoons hoogslaper. Eén verkeerde beweging en één van ons werd ruim een meter lager wakker. Het huidige bed meet niet meer dan één meter veertig in de breedte. Prima om lepeltje-lepeltje de nacht door te brengen. Maar daar ligt nu juist zo’n kussen tussen.

Het werkt als volgt. Het kussen aan buikzijde. ‘Draagt’ daarmee de buik en vormt de perfecte steun voor de kin van de aanstaande moeder. Het restant kussen verdwijnt tussen de benen door naar achteren. En vormt daarmee de grootste frustratie van vader in wording voor de resterende weken van de zwangerschap.

Gefeliciteerd, jouw vrouw of vriendin heeft vanaf vandaag officieel een staart. Nooit meer de behaaglijke warmte van haar lijf, nooit meer zal ze gemakkelijk met je meedraaien. Je bent definitief ingeruild. Wanneer zij al lang en breed in dromenland is, zoek jij tevergeefs naar de juiste draai, die je niet zult vinden.

Of het met mij ook een beetje gaat, vraagt men. Ik kies mijn woorden zorgvuldig, maar donkerblauwe kringen rond mijn ogen verraden genoeg.

Behalve een staart heeft ze er sinds kort nog iets bijgekregen. Rusteloze benen. Cadeau van de hormonen. Het is nu soms alsof ze in bed een hardloopwedstrijd loopt. Tel daar weldadig gesnurk bij op en je zult begrijpen dat ik meer dan eens een slaapzak op de bank in de huiskamer heb uitgerold.

Niet dat daarmee een geruisloze nacht gegarandeerd is. De kat loopt dan op haar gemak over mij heen. Met van die kleine, zenuwachtige en harige pootjes. Die kat heeft trouwens ook een staart.

Ik kan ook net zo goed weer in bed gaan liggen.

 

Cover Jongetje Arjen KromDit verhaal verscheen eerder in ‘Jongetje’ (ISBN: 9789402127973). Het boek is onder andere verkrijgbaar via www.bol.com, maar ook (online) te bestellen bij iedere boekhandel à €14,50

Wat ze je vertellen als je vader wordt? Zoveel. Verhalen over hoe ‘mooi’ het is, dat alles ‘klopt’ en dat het ‘hierna’ alleen maar leuker wordt. Die wil men dolgraag bij je kwijt. Maar niemand die je vertelt over fenomenen als een voedingskussen, verlof of de erbarmelijke zoektocht naar de geschikte kinderwagen. Tijd voor een eerlijk tegengeluid. Ook voor moeders!

Een leuk cadeau voor (aanstaande) vaders, maar minstens zo boeiend voor (aanstaande) moeders, ouders of grootouders!


Jongetje

Nog meer voor mannen

Waar zaken in relatieve harmonie gaan, is dit een punt van strijd. Oké, de kinderwagen –hip merk- van bijna achthonderd euro of die schattige Franse rompertjes à vijftien euro per stuk; daar kon ik mij niet geheel in vinden. Maar dit is pas écht een lastig onderwerp.

Het geslacht.

Onze grootouders hadden het makkelijk. Pas op de uitgerekende datum zouden hun tranen vloeien. Van blijdschap of verdriet. Vanwege de geboorte van die wolk van een dochter of –alweer- een zoon. Maar met de stortvloed van controles en echo’s én de commercie die volledig naar het model ‘jongetje/meisje’ is ingericht, weten meer ouders dan ooit het geslacht van hun ongeboren kind.

Ik wil het niet weten.

In een tijd waarin nieuws zich razendsnel verspreidt, waar we op de hoogte zijn van tyfoons op de Filipijnen tot politieke hervormingen in Colombia, wil ik nu eens iets niet weten. Niet weten, gewoon omdat het kan. De aanstaande moeder noemt mij eenkennig, zelf houd ik het liever op romantisch.

Maar ‘hoera!’ Na lange tijd heb ik haar kunnen overtuigen. Ze heeft ingezien dat ‘vrienden dan gerichter cadeaus kunnen kopen’ geen valide argument is om het geslacht alvast te kennen. We blijven nog vier en een halve maand in kalmte afwachten. De blauw of roze gekleurde nesteldrang al hevig onderdrukkend.

En toch, ondank alles: iedere echo wordt onze nieuwsgierigheid discreet bevraagd, worden we verzocht weg te kijken als er ‘zaken’ in beeld verschijnen, maar ik?

Ik weet het al.

Sinds een week of vier herken ik haar niet meer. Grosso modo lijkt ze nog op diegene waar ik ooit verliefd op werd, maar nu tref ik haar, wanneer ik uit mijn werk kom, hangend op de bank aan. Op de televisie politieachtervolgingen. Volume op standje gehoorbeschadiging. Alhoewel ik het volledig aan mijzelf te wijten heb, steekt ze geen poot uit in het huishouden. Ondergoed vind ik op de overloop, haar kant van het bed wordt niet meer opgemaakt.

Ook persoonlijke verzorging laat te wensen over. Tanden worden slechts na langdurig aandringen morrend gepoetst, beenharen groeien als kool en al drie keer heb ik het verzoek ingewilligd haar borstelige wenkbrauwen te epileren. Met plezier natuurlijk.

Heel soms toont ze zich vrouwelijk. Dan smeekt ze mij haast om mee te gaan winkelen. Samen op jacht te gaan; voor nieuwe zwangerschapskleding of uitzet voor de babykamer. Maar dat is dan ook héél soms.

En als ik dan na een vermoeiende dag tussen brommende afzuigkap en stomende pan aardappels hang, word ik vanaf de bank in de woonkamer toegeschreeuwd. ‘Wat eten we?’ Ik kan het nauwelijks verstaan. Het hysterische reclameblok begint net:

‘Meer voor mannen!’, hoor ik nog net boven alle herrie uit.

 

Cover Jongetje Arjen KromDit (titel)verhaal verscheen eerder in ‘Jongetje’ (ISBN: 9789402127973). Het boek is onder andere verkrijgbaar via www.bol.com, maar ook (online) te bestellen bij iedere boekhandel à €14,50

Wat ze je vertellen als je vader wordt? Zoveel. Verhalen over hoe ‘mooi’ het is, dat alles ‘klopt’ en dat het ‘hierna’ alleen maar leuker wordt. Die wil men dolgraag bij je kwijt. Maar niemand die je vertelt over fenomenen als een voedingskussen, verlof of de erbarmelijke zoektocht naar de geschikte kinderwagen. Tijd voor een eerlijk tegengeluid. Ook voor moeders!

Een leuk cadeau voor (aanstaande) vaders, maar minstens zo boeiend voor (aanstaande) moeders, ouders of grootouders!