Verlaten

Tumbleweed

De ideale manier om het Limburgse heuvelland te verkennen is per tweewieler. De warmste dag van het jaar. Juist daarom een groot plezier om in de rijwind de heuvel van Schinnen naar Thull af te dalen. Bij de Alfa brouwerij linksaf. De ANWB knooppunten brengen mij langs dorpen als Vaersrade en Voerendaal.

Het is mijn huurfiets en ik vandaag. Vrijwel niemand laat zich zien. Slechts een enkele fietser of boer. De laatste opgesloten in de anonimiteit van zijn dorsmachine. Verder lege weilanden, straten en dorpspleinen. Oké, een enkele kat die de straat oversteekt. Rolluiken zijn hier, naar goed Belgisch gebruik, gesloten. Liever de koelte van het eigen huis, dan de hitte van buiten.

Ik vraag mij af waar de mensen vandaag zijn, terwijl ik de heuvels van Klimmen beklim. Nieuwe aardappels en kersen worden hier aan de kant van de weg in onbemande stands verkocht.

Wanneer ik in volle vaart de afdaling richting Valkenburg inzet, wordt mijn overpeinzing beantwoord. Een volle bolderkar met kinderen van familiecamping ’t Hemelke tuft de heuvel juist op. De straten van het toeristische stadje zijn afgeladen. Hier is iedereen.

Het Grendelplein richting Cauberg is niet rustiger. Horeca aan weerskanten. Café Au Soleil in de volle zon. Schreeuwerige aanbiedingen van cocktails en Mexicaans eten op krijtborden. Wanneer ik in de eerste versnelling bijna de top van de berg heb bereikt, mindert een busje met caravan naast mij vaart. De zijdeur zwaait open en twee roodverbrande heren kijken mij aan. In West-Fries accent vragen ze mij naar de camping. Buiten adem knik ik richting de toegangspoort, nog geen vijftig meter verderop.

De afdaling biedt gelukkig verkoeling. Iets dergelijks moeten ook de honderden bezoekers van zwembad de Valkenier hebben bedacht. De weeïge lucht van joints vermengt zich hier met chloor. Nog slechts een paar plekjes zijn vrij op het overvolle grasveld.

Maar zodra ik koers zet richting Houthem overvalt mij opnieuw de rust. Gesloten ramen en deuren. Nog net geen tumbleweed dat door lege straten rolt. In Groot Haasdal, in werkelijkheid een klein dorp –misschien een fractie groter dan het naastgelegen Klein Haasdal-, eindelijk een teken van leven. Een vlag en schooltas in de mast. Geslaagd. Misschien een goede reden om deze verstikkende omgeving te verlaten.

Hoewel het maar twaalf kilometer fietsen is naar de hogeschool in Maastricht.